vrijdag 17 december 2010

Witlof roerbakken met Alain Caron












Nee, geen ovenschotel, geen ham en kaas om de bittere smaak te verbloemen. Lof is tegenwoordig niet meer bitter. Ze telen ze zo dat er nauwelijks nog een pit in zit.
Bovendien doet een lepeltje suiker bij witlof wonderen.
Witlof is pas bekend geworden halverwege de vorige eeuw. Bij toeval ontdekte een boer uit de omgeving van Brussel dat een chicoréewortel smakelijke struikjes groente gaf. Hij vond ze in een verlaten , schaduwrijk plekje in zijn eigen tuin.
Of het de bijnaam Brussels lof heeft gekregen dank zij die boer is mij niet bekend.

Wat hebben we nodig.
Niet veel hoor.
8 stronken witlof of minder.
1/2 deiliter olijfolie
4 desertlepels rietsuiker
1 theelepel geraspte sinasappelschil
1 handje walnoten
versgemalen peper
zout

Pluk de bladeren van de witlof en laat ze heel.
Het beste is het om ze niet allemaal tegelijk te bakken maar bijvoorbeeld in 4 keer.
Verwarm in een ruime koekepan een scheut olijfolie. Doe een deel van de bladeren in de olie en doe er een schepje suiker bij.
Laat de bladeren karameliseren door ze kort op hoog vuur te bakken. Schud daarbij de pan steeds goed om.


Afblussen met een scheutje sinaasappelsap. Voeg wat sinaasappelrasp toe en schud de pan nog een goed om.
Leg de bladeren in een schaal en breng ze op smaak met zout en peper. Herhaal dit met de rest van de bladeren.Bak tenslotte de walnoten nog even in de pan en strooi die er dan nog over.

Heerlijk met een stukje stilton en een glas witte wijn.

Bon appetit.




Ik vond weer de oude menu's die hier altijd in het huis hebben gelegen. Stapels in een oude doos.De meeste uit 1920 tot 1930.
Druk maar op de foto, dan zie je het grappige menu beter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten